ZWANGERSCHAP

 
  • Zwangerschap is eigenlijk geen ‘aandoening’
  • Bijna alle vrouwen in Nederland worden getest op hiv tijdens hun zwangerschap
  • Maar één transmissie van moeder op kind sinds 2015

 

 

 

Zwangerschap is bijzonder in het rijtje hiv-indicator aandoeningen, omdat we het in de volksmond geen ‘aandoening’ noemen. Toch is het bij zwangerschap erg belangrijk om op hiv te testen. De gevolgen van het niet of te laat ontdekken van een hiv-infectie heeft namelijk grote gevolgen voor het ongeboren kind. Als een zwangere vrouw een hiv-infectie heeft, maar dit nog niet weet, kan ze het in de baarmoeder, tijdens de bevalling of na de bevalling bij het geven van borstvoeding overdragen aan haar baby. Als de moeder niet behandeld wordt voor haar hiv-infectie is de kans 20 tot 30 procent dat de moeder hiv overdraagt aan haar baby.
Gelukkig worden bijna alle vrouwen in Nederland standaard op hiv getest in het eerste trimester van hun zwangerschap. De kans dat een zwangere vrouw positief is voor hiv is erg klein, tussen de 0.04 en 0.08 procent. De reden dat we toch testen, terwijl de kans zo klein is, is dat we een mogelijke hiv-infectie bij de baby kunnen voorkomen. Namelijk als de moeder adequaat behandeld wordt voor de hiv-infectie is de kans om het over te dragen aan de baby nagenoeg 0. Bij een goede behandeling is het virus niet meer in het bloed van de moeder te vinden en dus niet overdraagbaar. Doordat we in Nederland zo goed op hiv testen in de zwangerschap is er sinds 2015 maar één keer hiv overgedragen van moeder op kind.